Werkveiligheid op het werk - het perspectief van werkgevers en praktijkopleiders
Om de werkgever of de praktijkopleider in staat te stellen de student de nodige oriëntatie, opleiding en begeleiding te geven, is het belangrijk dat de werkgever/praktijkopleider weet welke vaardigheden de student bezit en welke machines etc. de student kan gebruiken. Bij het maken van de evaluatie van bestaande vaardigheden raden wij de mentor, de praktijkopleider en de student aan om samen gebruik te maken van de CERTIFICATEN, VAARDIGHEDEN & COMPETENTIES CHECKLIST die in het kader van het WorkSafe project zijn gecreëerd. De checklist geeft informatie over de machines die de cursist kan gebruiken, welke nationale certificaten hij/zij heeft, op welke gebieden hij/zij een praktische en theoretische opleiding heeft gevolgd en welke talen hij/zij beheerst. Er moet meer instructie en begeleiding worden gegeven wanneer zwakke punten in de manier van werken van een werknemer worden gesignaleerd en wanneer er veranderingen worden aangebracht. Daarom wordt aanbevolen dat de praktijkopleider, mentor/docent en de student regelmatig mentor- of Toolbox-bijeenkomsten hebben.
|
De verantwoordelijkheden en rechten van praktijkopleiders
De studenten moeten voor het begin van hun stage vertrouwd zijn met hun werk, de arbeidsomstandigheden, procedures en productiemethoden op de werkplek, de arbeidsmiddelen, het veilig gebruik van gereedschappen en veilige werkwijzen. Oriëntatie is vooral belangrijk voordat een student een nieuwe taak krijgt of wanneer zijn taakomschrijving verandert, maar ook wanneer nieuwe arbeidsmiddelen, procedures of productiemethoden worden ingevoerd.
|
Studenten moeten training en begeleiding krijgen om hen te beschermen tegen de schadelijke effecten van werk en gevaren op de werkplek en om risico's voor hun veiligheid of gezondheid te voorkomen. Zij moeten ook worden opgeleid om systemen aan te passen, schoon te maken, te onderhouden en te repareren en correct te reageren op fouten en andere storingen.
De werkomgeving en de gezondheid en de procedures van de werknemers moeten voortdurend worden gecontroleerd en er moet meer instructie en begeleiding worden gegeven indien nodig.
Om meer te weten te komen over de taken die u als werkgever/praktijkopleider tijdens de stageperiode heeft, kunt u terecht op de pagina's "VERANTWOORDELIJKHEID VAN BEDRIJVEN MBT GEZONDHEID EN VEILIGHEID CHECKLIST".
Om meer te weten te komen over de taken die u als werkgever/praktijkopleider tijdens de stageperiode heeft, kunt u terecht op de pagina's "VERANTWOORDELIJKHEID VAN BEDRIJVEN MBT GEZONDHEID EN VEILIGHEID CHECKLIST".
VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ DE BEDIENING VAN MACHINES
De werkgever is verantwoordelijk voor de opleiding en begeleiding van de studenten in het gebruik van machines en apparatuur. De opleiding en begeleiding moet bestaan uit:
- Correct en veilig gebruik
- Instellingen en aanpassingen
- Identificeer het probleem, indien toegestaan, los het probleem op, vraag anders om assistentie.
- Testen indien nodig
- Verrijdbaar gereedschap monteren en demonteren
- Onjuist gebruik vermijden
- Dagelijks onderhoud
- Het uit gebruik nemen van de machine
- Bijzonderheden melden aan de toezichthouder
De werkgever of de praktijkopleider moeten ervoor zorgen dat de studenten de gegeven instructies begrijpen en weten hoe ze deze moeten opvolgen. De werkgever of de praktijkopleideren moeten ervoor zorgen dat elke machine wordt gebruikt voor het doel en onder de voorwaarden zoals aangegeven door de fabrikant. Als de student jonger is dan 18 jaar en werkt aan machines die gevaarlijk zijn, moet er een praktijkopleider aanwezig zijn die de student die de machine(s) gebruikt in de gaten houdt.
De werkgever moet er ook voor zorgen dat de bedienings- en onderhoudsinstructies voor elke machine en elk apparaat beschikbaar zijn voor zowel werknemers als studenten. De werkgever moet voortdurend toezicht houden op de veiligheid en de werkomstandigheden op de werkplek en de machines en apparatuur die daar worden gebruikt, door middel van inspecties, tests, metingen en andere geschikte manieren.
De werkgever moet ervoor zorgen dat elke machine gedurende de gehele levensduur in goede staat verkeert door middel van regelmatig onderhoud en service en door te zorgen voor een feilloze werking van de geleidingssystemen en veiligheidsvoorzieningen. De werkgever moet een onderhoudssysteem hebben dat de procedures beschrijft om de machine en uitrusting op de werkplek in veilige staat te houden.
De werkgever moet ervoor zorgen dat elke machine gedurende de gehele levensduur in goede staat verkeert door middel van regelmatig onderhoud en service en door te zorgen voor een feilloze werking van de geleidingssystemen en veiligheidsvoorzieningen. De werkgever moet een onderhoudssysteem hebben dat de procedures beschrijft om de machine en uitrusting op de werkplek in veilige staat te houden.
Beoordeling van potentiële gevaren
De werkgever of de praktijkopleider zal samen met de docent beoordelen welke risico's er verbonden zijn aan het werk dat de student geacht wordt te doen tijdens zijn/haar stage. De risicobeoordeling moet betrekking hebben op alle werkplekken en moet worden herzien telkens wanneer het bedrijf een nieuwe student ontvangt of wanneer de werkomstandigheden of -methoden veranderen. De werkgever, de praktijkopleider en/of de docent kunnen een beroep doen op deskundigen voor hulp bij de beoordeling, bijvoorbeeld van de bedrijfsgezondheids/ARBOdienst.
Als het niet mogelijk is om de risico's met technische middelen tot een aanvaardbaar niveau te beperken, moet de werkgever de in de wetgeving en richtlijnen voor het gebruik van werknemers vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) verstrekken en het gebruik daarvan op het werk verplicht stellen. De werkgever en de docent moeten samen met de praktijkopleider afspreken in welke situaties de PBM's moeten worden gebruikt. In sommige gevallen kan het nodig zijn om studenten te verbieden aan bepaalde machines te werken. In deze gevallen moeten de machines die de studenten niet mogen gebruiken worden gedocumenteerd, bijvoorbeeld in de opleidingsovereenkomst tussen de werkgever en de onderwijsinstelling.
Als het niet mogelijk is om de risico's met technische middelen tot een aanvaardbaar niveau te beperken, moet de werkgever de in de wetgeving en richtlijnen voor het gebruik van werknemers vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) verstrekken en het gebruik daarvan op het werk verplicht stellen. De werkgever en de docent moeten samen met de praktijkopleider afspreken in welke situaties de PBM's moeten worden gebruikt. In sommige gevallen kan het nodig zijn om studenten te verbieden aan bepaalde machines te werken. In deze gevallen moeten de machines die de studenten niet mogen gebruiken worden gedocumenteerd, bijvoorbeeld in de opleidingsovereenkomst tussen de werkgever en de onderwijsinstelling.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Bij de keuze van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's) moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
- Wat is het gevaar dat het PBM beoogt te voorkomen?
- Welke beschermende eigenschappen moeten de PBM's hebben om dat gevaar te voorkomen?
- Wat zijn de gevaren die voortvloeien uit het gebruik van het PBM?
- Wat zijn de persoonlijke kenmerken van de werknemers en hun behoeften aan PBM's?
De werkgever is hiertoe verplicht:
- informatie te verstrekken aan de studenten of de school over de PBM's die de studenten nodig hebben tijdens hun stage
- de studenten te informeren over de gevaren waartegen de PBM's bescherming bieden,
- pictogrammen en borden/posters dat PBM's vereist zijn in de werkruimten waar PBM's moeten worden gedragen,
- de studenten opleiden en begeleiden bij het juiste gebruik van de PBM's of ervoor zorgen dat de studenten over de nodige opleiding en begeleiding beschikken om de PBM's op een correcte manier te gebruiken,
- de PBM's op te slaan en te onderhouden,
- erop toe te zien dat studenten de PBM's gebruiken volgens de instructies, en
- een nieuw PBM-artikel uit te reiken aan een student om een beschadigd of verouderd item te vervangen of de school te vragen het beschadigde of verouderde item te vervangen. Let op: als de school verantwoordelijk is voor het vervangen van de PBM's, mag de student niet werken aan een taak waarvoor de PBM's verplicht zijn totdat de PBM's zijn vervangen.
De werkgever/praktijkopleider is ook verplicht ervoor te zorgen dat het gebruik van de PBM's op zich veilig is. Dit vereist een onderzoek naar de persoonlijke kenmerken van elke werknemer die van invloed zijn op het gebruik van PBM's (bv. de vorm van het gezicht, het gebruik van een bril, de grootte van de voet en gezondheidsfactoren zoals rubber- of nikkelallergie of hoge bloeddruk).
Sommige ademhalingsmaskers zijn zwaar en maken de ademhaling moeilijk en veroorzaken ook mentale belasting, en bij het gebruik van dergelijke voorwerpen kunnen speciale voorzieningen nodig zijn, zoals het gebruik van hulpapparatuur of het vaker nemen van pauzes. Het kan ook nodig zijn om regelmatig rustpauzes te nemen bij het dragen van dichte beschermende kleding, zoals chemicaliënbestendige of hittebestendige pakken. Let op: Studenten onder de 18 jaar mogen geen taken uitvoeren die het ademen moeilijk maken en/of geestelijke belasting veroorzaken.
Sommige ademhalingsmaskers zijn zwaar en maken de ademhaling moeilijk en veroorzaken ook mentale belasting, en bij het gebruik van dergelijke voorwerpen kunnen speciale voorzieningen nodig zijn, zoals het gebruik van hulpapparatuur of het vaker nemen van pauzes. Het kan ook nodig zijn om regelmatig rustpauzes te nemen bij het dragen van dichte beschermende kleding, zoals chemicaliënbestendige of hittebestendige pakken. Let op: Studenten onder de 18 jaar mogen geen taken uitvoeren die het ademen moeilijk maken en/of geestelijke belasting veroorzaken.